Officieel is Groenland een christelijk land. Voor velen zijn Jezus en de Bijbel echter onderdeel geworden van een bijgelovig spiritueel systeem. De Bijbel is niet vertaald naar Oost-Groenlands en is momenteel alleen beschikbaar in West-Groenlands, waardoor het moeilijk te begrijpen is.
Voor degenen die Christus hebben leren kennen, betekent het isolement zowel in afstand als in taal, dat ze vooral alleen staan in hun geloof. Er is heel weinig christelijke media beschikbaar voor deze gelovigen. Met weinig Bijbelkennis om mee te beginnen en diep verwonde harten is er een enorme behoefte aan discipelschap. Iemand heeft het eens op deze manier verwoord: “we weten niet hoe we moeten leven.”
Het zendingswerk dat in 2005 is begonnen als korte termijn werk, heeft op deze behoefte ingespeeld. Door de jaren heen hebben veel mensen beslissingen voor Christus genomen en werden ze gesteund in hun groei als volgelingen van Christus. Sinds 2015 is er permanent christelijk werk in Tasiilaq en begint er een kleine gemeenschap te ontstaan. In 2018 zijn de gelovigen officieel onderdeel geworden van de Groenlandse Pinksterkerk INO (“Nieuw Leven Kerk”). Naast de Lutherse staatskerk is dit de enige officiële Groenlandse kerk. Zij is verspreid in verschillende steden aan de westkust.
Voor de eerste keer is er een groep mensen die op een structureel niveau samenkomen en het leven met elkaar delen. Het lokale christelijke werk streeft ernaar mensen met God te verbinden. Degenen die door de liefde van God zijn aangeraakt, getuigen vreugdevol over de hoop van het nieuwe leven dat ze hebben ontvangen. Deze verhalen beginnen in het dorp de ronde te doen. Mensen zien dat levens voorgoed zijn veranderd en dat gezinnen genezing en verzoening ervaren.
Er is echter een grote beperking voor het christelijke werk: het gebrek aan faciliteit. Alle huidige activiteiten vinden plaats in een woonkamer of een gehuurde kinderopvang. De gehuurde faciliteit is niet structureel beschikbaar, wat betekent dat bijvoorbeeld zondagse diensten slechts om de twee tot drie weken kunnen worden gehouden. De thuisomgeving kan de groeiende gemeenschap niet langer accommoderen en is niet geschikt voor nieuwe initiatieven die vanuit het werk groeien. Kinderbediening, vrouwenbijeenkomsten, pastoraat enz. zijn daarom zeer beperkt.